Voordat ik vandaag ga beginnen eerst even dit: Ik ga deze column een paar keer Erik Dijkstra quoten. Nu is de kans dat hij hem gaat luisteren heel klein maar toch verdient hij de credits.
Dus vandaag een ode aan Engeland.
Het zal jullie geen geheim zijn dat ik dit weekend aanwezig was bij de race. Samen met ons waren er nog 341.000 mensen die de het Circuit onder de rook van Birmingham bezochten. En die Engelsen blijven een apart volk. Ze hebben nog steeds het idee dat ze een wereldmacht zijn, dat ze makkelijk zonder de EU kunnen. Tegelijkertijd heeft niemand buiten Engeland nog enig idee hoe ze daar die Brexit gaan fixen. Overigens hebben ze dat zelf ook niet. Wij verbleven in Cranfield, net boven Milton Keynes, waar ze ooit wel asfalt aan hebben gelegd maar na 1935 er niks meer aan gedaan hebben. Overigens geld dat niet alleen voor Cranfield maar voor de gehele omgeving. En die Engelsen hebben er zelf schijt aan.
En weet je wat ik daar van vind? Om Erik Dijkstra te qoute’en. Dat vind ik prachtig.
Pub’s heten daar gewoon the Checkers of The Cock. Of zoals de pub bij ons in de straat heette The Cross Keys. Engelser dan die kan het niet. Bij binnenkomst viel meteen dat heerlijke jaren 80 interieur op. Inclusief afgelebberd dartbord met een krijtbord er naast waar tekst opgeschreven stond waar met geen mogelijkheid kaas van te maken was. Aan het gehele interieur hebben ze sinds de aanschaf van de kroeg niks meer aan gedaan. Overigens horen daar ook twee van die 60’ers bij die in plat Engels roepen wat er allemaal mis is met deze wereld en hoe zij denken het op te lossen terwijl ze lekker een van die grote glazen Guinness achterover tikken. Verder hebben ze een op lelijk geel geprinte dinerkaart met typische Engelse delicatesse zoals een vette steak, fish & chips of een meat pie. En niet te vergeten: een toilet met metalen pisbakken die zo laag hangen dat je na 3 pints, naar Nederlandse eenheden vertaald anderhalve liter lauw kattepis zonder schuim, moet oppassen dat je niet over je eigen enkels staat te zeiken.
En weet je wat ik daar van vind? Inderdaad Erik Dijkstra weer: Dat vind ik prachtig.
En nu nog heel even wat anders. Afgelopen weekend na de race ging Lewis weer helemaal los. High-fivend ging hij langs het publiek en na een half uur zweefde hij nog steeds ergens boven de mensenmassa. En dan kan je nog al het geld in de wereld hebben of in de sterkste auto rijden, op alle plekken in de spotlight staan en over de hele wereld vliegen maar dan is die pure interactie tussen jou en het publiek het mooiste wat er is.
En weetje wat ik daar van vind? Inderdaad Erik Dijkstra, vul de rest zelf maar in.